Gladheid

Afhankelijk van de weersverwachting wordt bepaald of we gaan strooien. We strooien ook als er gladheid op komst is. Strooiwagens mijden de ochtend- of avondspits omdat dit (te) veel hinder oplevert voor het overige verkeer. Maar ook om te voorkomen dat de strooiwagens zelf vast komen te staan. De hoofdroutes worden wel 24/7 in de gaten gehouden met meetpunten.

We werken met 3 niveaus:

• Niveau 1: hoofdroutes voor auto’s en fietsers (preventief).
  De hoofdwegen, busroutes, doorgaande wegen en aanrijdroutes van de hulpdiensten worden als eerst gestrooid. Maar ook de doorgaande fietspaden en het voetgangersgebied tussen de binnenstad en het centraal station. De strooiroutes zijn zo gekozen, dat bewoners vanaf hun woning binnen een straal van ca. 300 meter op een gestrooide route komen.
• Niveau 2: Secundaire wegen, wijkontsluitingswegen en industrieterreinen
  Als de hoofdroutes onder controle zijn, gaan we verder met de secundaire wegen, wijkontsluitingswegen en industrieterreinen. Hier wordt bij aanhoudende gladheid overdag op werkdagen gestrooid. Dit is dus niet preventief.
• Niveau 3: Wijken in de omgeving van scholen, instellingen en winkelcentra
  Tot slot strooien we in de wijken en de winkelstraten. We doen dit bij scholen, winkelcentra, bushaltes, verzorgingshuizen en bruggetjes.

Bij sneeuwval blijven we schuiven en strooien tot de routes onder controle zijn. Er wordt ook gestrooid tijdens ijzel en sneeuwval. Hierbij is het tijdstip van bestrijden afhankelijk van het weer en de verwachtingen. Als er sneeuw valt rond de spits, dan is het mogelijk dat we pas na de spits gaan ruimen. Sneeuw kan alleen worden verplaatst bij een bepaalde snelheid, die tijdens de spitsuren meestal niet kan worden gehaald. Bij voorkeur wordt er preventief gestrooid vóór de spits, zodat de strooiwagen niet vast komt te staan. Na de spits komen we terug om de werkzaamheden te hervatten.

Er zijn 8 hoofdroutes (auto), 9 fietsroutes en 1 voetgangersroute. 18 strooiwagens zorgen ervoor dat alle routes op hetzelfde moment gereden kunnen worden. Het rijden van een route duurt, afhankelijk van het weer 3 tot 4 uur.

De gemeente krijgt vaker deze vraag. Vaak gaat het over woonstraten waar relatief weinig verkeer komt. Zout werkt alleen als het wordt ingereden door voldoende verkeer. Strooien in woonstraten heeft daardoor niet altijd zin, omdat gladheid daarmee niet wordt voorkomen. De strooiroutes worden elk jaar vóór aanvang van de winter bepaald. Daarbij houden we rekening met de doorgaande wegen, wijkontsluitingswegen, doorgaande fietsroutes, bereikbaarheid van hulpdiensten, busroutes en eerder ontvangen meldingen.

Alle doorgaande fietsroutes worden gestrooid. Deze strooiroutes staan op de kaart. Als u met de fiets op pad gaat, dan kan het zijn dat uw ‘vaste’ fietsroute niet geheel gestrooid is. De belangrijkste fietspaden in de gemeente worden gestrooid. Maak zo veel mogelijk gebruik van deze fietsroutes. Hierdoor is het effect van het strooizout groter. Als er meer mensen overheen fietsen, kan het zout beter zijn werk doen.

Fietspaden worden minimaal 2 meter breed gestrooid. Bij de strooiroutes hebben fietspaden en wegen dezelfde prioriteit. Doordat fietsers geneigd zijn in elkaars spoor te blijven rijden, doet het zout daar het eerst zijn werk. Hierdoor ontstaat een smalle sneeuwvrije strook. Uiteindelijk zal de sneeuw met een sneeuwschuiver verwijderd worden.

Er wordt in 2 verschillende routes gereden; de wegen en de fietspaden. Bij het schuiven van de weg, kan er sneeuw op het fietspad komen. Dit wordt in de route van het fietspad weer verwijderd. De routes worden continu gereden, totdat de situatie onder controle is.

Strooien heeft weinig zin op plekken waar weinig verkeer rijdt. Strooizout werkt het beste als het wordt ingereden door wrijving met (auto) banden. Gladheid kan op plekken waar weinig verkeer rijdt, zoals woonerven, 30-km zones en parkeerplaatsen dus niet worden voorkomen. Daarnaast heeft de gemeente niet de capaciteit om alle straten, paden en trottoirs te strooien. Ook proberen we niet vaker te strooien dan noodzakelijk. Strooizout is erg belastend voor bomen, hagen en bermen.

De gemeente bepaalt, in overleg met een meteoroloog het moment van strooien. Het weer en de voorspellingen bepalen hoeveel zout dat er gestrooid moet worden en of we moeten schuiven. De hoofdroutes voor auto en fiets krijgen voorrang. Daarna komen (bij aanhoudende gladheid) de aanvullende routes. Bij sneeuw moet een strooiroute vaak meerdere keren gereden worden, om de situatie onder controle te krijgen. Het kan soms meerdere dagen duren, voordat we in de wijken kunnen gaan strooien.

Winkelcentra worden gestrooid bij aanhoudende sneeuwval. We geven voorrang aan de grotere winkelcentra binnen de gemeente. Strooien in de wijken heeft de laagste prioriteit (niveau 3). De gladheid rond scholen kan
daardoor niet worden voorkomen. De gemeente strooit niet op het schoolplein, voetpaden of opritten. Dat is de verantwoordelijkheid van de school zelf. De gemeente stelt zoutkisten ter beschikking aan scholen. Scholen kunnen dit aanvragen via het Meldpunt. De gemeente kan op verzoek van de zorginstelling een pekeltank (zoutwater) plaatsen. De zorginstelling kan het pekelwater gebruiken om de gladheid van de stoepen tegen te gaan. Het is wel de eigen verantwoordelijkheid van de instelling om de stoepen te strooien. Een pekeltank kan aangevraagd worden via Gehandicapten Platform ’s-Hertogenbosch.

Er zijn diverse redenen waarom er nog niet gestrooid is op de plek waar u komt:

• In de wijken wordt alleen gestrooid bij aanhoudende gladheid en alleen op werkdagen als we mensen en materiaal kunnen inzetten. Het is dan ook niet mogelijk om gladheid in de wijken te voorkomen.
• Er valt zo veel sneeuw dat alle strooiwagens voortdurend nodig zijn om de hoofdroutes begaanbaar te houden.
• Er is een tekort aan strooizout.

De gemeente geeft geen strooizout aan bewoners en bedrijven. Strooizout is te koop in de supermarkt of bij de bouwmarkt.

Nee, helaas kunt u dit niet zien via Google Maps. Er is wel een kaart waarop de strooiroutes voor auto en fiets staan aangegeven.

De gemeente is niet verplicht om alle wegen sneeuw- en ijsvrij te houden. Dit is een onmogelijke opgave. De gemeente is dan ook zelden aansprakelijk voor schade door gladheid. Weggebruikers zijn zelf verantwoordelijk hun rijgedrag en snelheid aan te passen aan de omstandigheden.