“De Nederlandse klanken blijven een uitdaging”
27 juli 2022
Letteke Vernooij en Marianne Bakkum geven basaal Nederlandse les op de opvanglocatie vluchtelingen in Nuland. Als werkondersteuners bij het COA staan ze vier keer in de week ‘voor de klas’. “Er is een enorme behoefte bij de bewoners om de Nederlandse taal te leren. Zo hebben ze het gevoel dat ze niet stilzitten en al een stukje bezig zijn met hun inburgering.”
Eigenlijk krijgen alleen statushouders Nederlandse les. Dat is voor hen zelfs verplicht. “Alleen kregen wij ook van niet-statushouders te horen dat ze heel graag de Nederlandse taal wilden leren. Dat is de reden dat wij op de opvanglocatie ook zijn gestart met de Nederlandse lessen. Wij springen in op de behoefte van een grote groep bewoners, die officieel dus niet in aanmerking komt voor de lessen”, vertellen Letteke en Marianne.
Nuttig maken
Letteke: “Wij gebruiken lesmateriaal dat het COA aanbiedt. Deze lessen zijn heel fijn opgebouwd. De bewoners leren stap voor stap op een hele makkelijke manier onze taal. Dit zijn woorden en zinnen die ze gebruiken voor als ze naar de winkel gaan of de dokter. Daarbij gaan we zo af en toe ook al aan de slag met de grammatica.” “Het volgen van de lessen geeft ze het gevoel dat ze zich nuttig maken en dat het bijdraagt aan de integratie. Dat is enorm waardevol voor de bewoners”, vult Marianne aan.
Verbinding met elkaar
Daarnaast is de taalles veel meer dan alleen maar het Nederlands leren. “Tijdens de lessen ontmoeten de bewoners elkaar, werken ze samen, helpen ze elkaar en lachen we ook heel wat af. Het zorgt voor nog meer verbinding met elkaar. En dat heeft weer een positief effect op de leefbaarheid op de locatie. Bewoners maken sneller een praatje met elkaar of helpen elkaar waar nodig. Mooi om te zien dat taal en de taallessen daaraan bijdragen”, vertelt Letteke enthousiast.
Uit hun comfortzone
“Die extra verbinding met elkaar komt ook omdat we de bewoners willekeurig zijn gaan indelen in vier groepen”, geeft Marianne aan. “Man, vrouw, hoog- en laagopgeleid, uit verschillende landen. We hebben ze kriskras door elkaar gezet. We hebben ze uit hun comfortzone gehaald. En het mooie is dan om te zien dat een Venezolaanse vrouw een Eritrese man helpt. Terwijl ze zonder de taallessen waarschijnlijk nooit met elkaar in contact waren gekomen.”
Gemotiveerd
De lessen zijn vrijblijvend om te volgen. Het is geen verplichting. Toch zitten de lessen elke week weer vol. Letteke: “De bewoners zijn ontzettend gemotiveerd om beter te worden in Nederlands. Ze krijgen allemaal kopietjes mee van het lesmateriaal. Ik zie ze geregeld buiten de lessen om in de weer met die kopietjes waarop de opdrachten staan. We geven dat ook mee: blijf herhalen, blijf oefenen en ga met elkaar in gesprek.”
Klanken
En dat blijven oefenen, is wel nodig, want die Nederlandse klanken zijn een uitdaging. “Het maakt geen verschil uit welk land de bewoners komen, allemaal hebben ze moeite met de uitspraak van de Nederlandse klanken. We worden dan ook regelmatig aangesproken als ‘joef’ in plaats van ‘juf’. En ook de ‘g’ is voor de meesten nog ontzettend moeilijk uit te spreken. Maar hier kunnen we met elkaar ook om lachen. Het is in ieder geval goed om te zien dat de bewoners vrijuit, in een prettige en veilige omgeving, durven oefenen met vreemde klanken. En steeds beter vooruitgaan in hun Nederlandse taal. Dat wij daar aan bijdragen, maakt ons werk ontzettend waardevol”, sluiten Letteke en Marianne gemotiveerd af.