De ontwikkellijn groots vergroenen
De maakbaarheid van het moeraslandschap waarop ’s-Hertogenbosch is gebouwd, biedt maar een antwoord op de klimaatverandering. Daarnaast zijn het stadsgroen en de natuur steeds vaker het toneel voor sport, ontmoeting en ontspanning. En het stedelijk groen en de natuur dienen meer en meer als vluchtplek als het in de stad te warm wordt. Tegelijkertijd zien we dat flora en fauna de stedelijke omgeving opzoekt als woon-, schuil- en foerageerplek: een plek waar dieren naar terugkeren voor het zoeken en vinden van voedsel. Dat vraagt ruimte voor groen.
De ontwikkellijn groots vergroenen telt drie belangrijke doelen. De eerste is opgewassen zijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering (klimaatadaptief zijn). De tweede is de biodiversiteit te verbeteren. En de derde: de relatie tussen mens en natuur herstellen. De ambitie is dat er daarvoor voldoende ruimte in de stad, de dorpen en het ommeland is.
Zeven hoofdopgaven van groots vergroenen
- We zorgen voor meer balans tussen de natuurlijke voorwaarden van water, bodem en natuur en de techniek. Dit om klimaatadaptief te worden.
- We maken ruimte voor de Maas en de beekdalen. Zodat we droge voeten houden in een steeds natter klimaat.
- We werken aan een gezonde bodem om regenwater vast te houden in natte en droge tijden. Een gezonde bodem is ook goed voor de gebiedseigen biodiversiteit.
- We vergroenen stad en land voor een rijkere biodiversiteit, een gezond en klimaatadaptief woon-, werk- en leefklimaat en een aantrekkelijk ’s-Hertogenbosch
- We bouwen verder aan een netwerk van hoogwaardige natuurgebieden en groenblauwe structuren. Dat doen we in en rond de stad.
- We verbeteren de bereikbaarheid van het groen en het blauw in het ommeland
- We maken gebruik van de ecosysteemdiensten. Dat gebeurt in balans met de veerkracht van ons natuurlijk kapitaal.
Vijf manieren om de ambitie waar te maken
- De Moerasdraak sterk maken met het principe water- en bodemsturend. Bij onze keuzes moeten we beter luisteren naar wat het water en de bodem te vertellen hebben.
- De stad als spons inzetten. Een goede balans tussen het verwerken van te veel (hemel)water en het vasthouden van water als voorraad voor droge perioden is belangrijk.
- De 3-30-300 regel toepassen. De 3 staat voor 3 bomen die te zien zijn vanuit elke woning. De 30 staat voor de gewenste 30% schaduw van de openbare ruimte in de warme maanden. De 300 staat voor de gewenste maximale afstand van 300 meter tot een koele groene plek. Die moet minimaal 5.000 vierkante meter zijn. Zoals een verkoelend parkje.
- De stad als groene rots zien: het vergroten van de biodiversiteit in een (hoog)stedelijk gebied. Waar verdere verdichting en intensivering van gebruik door de mens noodzakelijk is.
- Een mozaïek koesteren van groen, blauw, mens en dier. Voor onze ingrepen nemen we de bodem en het watersysteem als vertrekpunt. Erfgoed, natuur en landschap zijn gidsend.
Dit is een samenvatting van de omgevingsvisie. Voor het volledige verhaal en alle details, bekijk de omgevingsvisie (pdf).
Niet gevonden wat je zocht?
Je kunt op verschillende manieren in contact komen met de gemeente ’s-Hertogenbosch.